Op 18 juli 2016 komt de derde bundel uit in de serie ‘rechtsfilosofen ontmoeten techniekfilosofen’, steeds geinspireerd op de tweejaarlijkse filosofenpanels bij de internationale conferentie Computers, Privacy and Data Protection in Brussel. De eerste bundel ging over recht, menselijke autonomie en ‘autonomic computing’, de tweede bundel betrof privacy, due process en de computationele wending en de derde handelt over informatie, vrijheid en eigendom. Het gaat steeds om een confrontatie van vermaarde rechtsfilosofen (op het terrein van ICT en recht) met kopstukken van techniekfilosofie, wetenschapsfilosofie en bijvoorbeeld informatie ethiek. Doel is niet om brave overzichten te geven maar om speculatieve, goed beargumenteerde, agonistische vergezichten te genereren. De derde bundel richt zich op het snijvlak van informatietechnologie in brede zin, intellectuele eigendomsrechten en privacy, waarbij onder meer de degens worden gekruist omtrent de vraag in hoeverre informatie vrij is of moet zijn – en wat dat zowel juridisch als wijsgerig zou kunnen betekenen. Deze derde bundel bestaat uit vier delen. In het eerste deel worden de ‘eigenschappen’ van informatie onderzocht en wordt een taxonomie van de toegankelijkheid van informatie gepresenteerd. De ongelijke toegang tot informatie heeft alles met machtsverhoudingen te maken, die voorop staan in het tweede deel, waarna in het derde deel de degens worden gekruist over de vraag of informatie uit de aard der zaak vrij is of zou moeten zijn. In het laatste deel wordt het toestemmingsbeginsel dat vaak de toegang tot informatie bepaalt (zowel bij persoonsgegevens als bij intellectuele rechten) onder de loep genomen vanuit het perspectief van de ‘keuze architectuur’ die bepalend is voor de waarde van individuele toestemming.
Deze post is ook beschikbaar in: Engels
Comments on this entry are closed.